De toekomst van de bouw vraagt om voor-denken
“Prefab bouwen vraagt om voor-denken”. Die uitspraak vat de visie van Ronald Keurntjes, directeur van prefab betonspecialist Bestcon, krachtig samen.
In de derde aflevering van podcast Doorbrekers in de bouw pleit hij voor een andere aanpak binnen de sector. Nu de druk op woningbouw toeneemt en de duurzaamheidsopgave groeit, is prefab bouwen volgens Keurntjes de sleutel tot sneller, efficiënter en toekomstbestendig bouwen: “We moeten gewoon veel eerder over het gebouw nadenken.”
Van betonfabriek naar totaalaanpak
Bestcon wil meer zijn dan producent van prefab elementen. “Wij zetten ons niet in de markt als fabriek. We gaan voor een totale oplossing,” zegt Keurntjes. Het bedrijf verzorgt niet alleen de productie van wanden en vloeren, maar ook de engineering en montage – vaak al een jaar voordat de bouw begint. “Je moet dus veel eerder over het gebouw nadenken. Niet alleen over de elementen, maar over het geheel.”
In de appartementenbouw werkt Bestcon met een droogstapelsysteem van zelfdragende vloeren en losgekoppelde installatielagen. Dat maakt snelle, gestroomlijnde bouw mogelijk. “Drie lagen onder ons kan de installateur al beginnen, terwijl wij boven verder bouwen.” Het resultaat? Tijdwinst. “Gemiddeld bouwen we één verdieping per week binnen de appartementenbouw. Met prefab gevels is het gebouw binnen diezelfde week ook wind- en waterdicht. Tijdwinst betekent geldwinst.” Daarnaast draagt deze werkwijze bij aan minder faalkosten en verspilling. “We kijken met partners hoe we slanker kunnen bouwen,” zegt Keurntjes. “En hoe we CO₂-neutraler materiaal kunnen inzetten.”
Remontabel bouwen: klaar voor de toekomst
Een belangrijk onderdeel van toekomstbestendig bouwen is volgens Ronald Keurntjes het demontabel en herbruikbaar maken van gebouwen. “Wij hebben tot nu toe twee gebouwen op deze manier gebouwd, één appartementgebouw en een hotel. Die waren beide vijf lagen hoog,” vertelt hij.
Toch is remontabel bouwen nog niet de standaard. “Het zijn relatief dure oplossingen,” erkent Ronald. “Natuurlijk is het wel zo dat als daar volume in gaat komen, dat je prijzen automatisch ook lager zullen gaan worden.” Bovendien is de techniek nog niet breed beschikbaar in de markt. “Je hebt partijen nodig die die verbindingen kunnen maken. Op het moment zijn dat ook nog niet zo heel veel.”
“Veel verder,” zegt Keurntjes als hem gevraagd wordt naar de voorsprong van grondgebonden bouwen. Hoewel prefab al jaren zijn plek heeft gevonden in de grondgebonden woningbouw, is dat in de appartementenbouw nog lang niet vanzelfsprekend. “Elke zichzelf respecterende bouwer heeft tegenwoordig wel een aantal conceptwoningen, of dat nou houtskelet is of prefabbeton.”
In de appartementenbouw komt die omslag pas recent op gang. “Ik ben in 1995 in de prefabsector terechtgekomen. Toen was ongeveer 20% van de woningbouw appartementenbouw. Tegenwoordig is dat meer dan 55%.” Toch wordt daar nog grotendeels traditioneel gebouwd. Volgens Keurntjes ligt daar juist nu een enorme kans: “Als we vaart willen maken met de huidige opgave, dan kan dat eigenlijk niet zonder prefab.”
“We moeten nu anders gaan bouwen”
Volgens Ronald Keurntjes is de urgentie om te verduurzamen duidelijk voelbaar. “De vraag wat betreft duurzaam bouwen, CO₂-neutraal bouwen, daar ontkom je nou niet meer aan.” Tegelijkertijd belemmert regeldruk vaak de voortgang: “Het is nu op het moment wel heel erg doorgeslagen. Dat moet veel krachtiger, dat moet veel korter.”
Ook cultuur speelt een rol. “Wij denken ook heel veel in baksteenmotieven. Als je naar Duitsland kijkt, dan zie je amper bakstenen, zeker niet in appartementengebouwen.” Toch ziet Keurntjes kansen: “Er werden al prefab woningen neergezet, nou midden jaren ‘60. Nu is het tijd dat ook de appartementenbouw de slag maakt.”
Bestcon werkt actief samen met ketenpartners om materiaalgebruik terug te dringen. Een voorbeeld is een project in Leiden met twee appartementengebouwen. “Voor de binnentuin hadden we onze eigen massieve vloer kunnen gebruiken, maar daar was de kanaalplaatvloer van VBI doelmatiger. Dus hebben we voor VBI gekozen.” Een keuze die laat zien dat duurzaamheid soms betekent dat je ook eigen belangen moet loslaten. Daarnaast zoekt Bestcon met leveranciers naar slanker bouwen en alternatieve, CO₂-armere materialen. “De grootste winst ligt bij cement en wapening. Als we cement CO₂-neutraal kunnen maken, zetten we echt een stap.”
De omslag naar duurzaamheid is voor Ronald Keurntjes ook persoonlijk. “Ik was een verwende dieselrijder,” zegt hij. “Maar ik heb er toch voor gekozen om elektrisch te gaan rijden. Met pijn in de buik, maar achteraf valt alles mee.” Die bewustwording ziet hij ook bij jonge collega’s. “Onze duurzaamheidsmanager is 24 jaar. Die komt alleen maar op de fiets.”
Doorbrekers in de bouw is een podcastserie van VBI over slimmer en duurzamer bouwen. Benieuwd hoe Ronald Keurntjes zijn visie verder toelicht? Bekijk de volledige aflevering via YouTube of luister via Spotify.